De voorbije weken toonde het team van coach Frank Depestele twee gezichten. Pijnlijke nederlagen tegen Leuven en Achel, maar ook de opstekers tegen Maaseik en Antwerpen. “We hadden zonder twijfel op meer gehoopt,” geeft manager Johan Devoghel toe. “Tegen Leuven en vooral tegen Achel bouwen we telkens een mooie voorsprong op, maar we geven het gewoon weg. Dat is duidelijk een werkpunt.”
In een voorlopige tussenstand staan Roeselare, Leuven en Menen met een perfect rapport van 9 op 9 bovenaan, terwijl Aalst nog naar balans en regelmaat zoekt. Toch blijft Devoghel optimistisch. “Woensdag spelen we tegen de absolute topfavoriet tijdens één ultiem bekerduel. Voluit, zonder herkansing, geen vangnet. Drie dagen later treffen we Roeselare opnieuw in de competitie. Twee totaal verschillende confrontaties, twee andere verhalen. Want in de beker moet je iedereen kloppen om de finale te halen. Een enorme uitdaging, want we zitten in de tabelhelft die heel sterk is. In de competitie kan je eens struikelen. Er zijn nog 45 punten te verdienen. Het seizoen duurt nog lang en zit vol mogelijkheden.”
Aalst onderging tijdens de zomer een stevige gedaanteverwisseling. “We willen het niet steeds over het inpassen van twaalf nieuwe spelers hebben, want dat is eigenlijk een gevolg van een aaneenschakeling van factoren geweest,” zegt Devoghel. “De veranderingen waren deels ingegeven door budgettaire en sportieve omstandigheden. Dat doet vermoeden dat we met de grove borstel door de kern gegaan zijn, maar dat is een te eenvoudige conclusie. Er zitten acht Belgen in de ploeg. Die jonge talenten hebben een overeenkomst van twee jaar. We bouwen aan iets nieuws.”
“Servicedruk is één van onze sterke punten. Het is voor elke ploeg moeilijk om dat perfect uit te voeren. Indien dat spelonderdeel niet optimaal marcheert, dan moet je vechtlust tonen. En dat hebben onze spelers verschillende keren gedaan. Er waren erg vaak goede momenten. We moeten die alleen kunnen volhouden”, concludeert Johan Devoghel.
De manager van Aalst wijst daarom niet naar één bepaalde oorzaak. “Onze Canadese opposite Henry Rempel beseft dat we van een hoofdaanvaller meer verwachten. Hij weet dat het niet altijd even goed was. Maar volleybal speel je niet alleen. Het hele team moet er staan en daar werken we aan. De motivatie is niet aangetast. Tegen Roeselare moet je altijd het allerbeste niveau halen om hen te kunnen verslaan. En liefst nog een tikkeltje meer. Voor de ‘Cup’ of voor de competitie, dat maakt op dit moment niet uit. We gaan er alles aan doen om niets meer weg te geven en om twee knappe resultaten neer te zetten.”
Tekst: Walter Vereeck