Het was ondertussen al van 2017 geleden dat Julien Lemay nog in onze Liga actief was, maar het lijkt alsof hij er nooit echt weg was. Zo voelde hij zijn terugkeer naar Menen na 7 jaar ook zelf aan. “Dit voelt als thuiskomen,” opent de 42-jarige Fransman. “Er is wel wat veranderd in de club, ook op vlak van organisatie en ambitie. Maar de essentie is gebleven. Menen is een zeer warme, familiale club waar ik heel veel goede herinneringen koester. Het is dan ook fantastisch om hier terug te zijn.”
Het lijkt ook alsof Lemay ook België niet kan loslaten. “Ik speelde nog net iets langer in Frankrijk, maar België is inderdaad een belangrijk deel van mijn leven. Ik heb een dochter die school loopt in Frankrijk en eentje in Vlaanderen. Het is ook heel aangenaam dat ik beide levens zo kan samenbrengen. Laat ons zeggen dat ik het beste van elk land combineer.”
Positieve balans
De terugkomst was niet alleen leuk omdat de herinneringen zo mooi waren, het seizoen kon moeilijk beter starten. Omdat Roeselare vorig jaar de dubbel pakte, mocht Menen als verliezend bekerfinalist mee om de Supercup strijden en na één officiële wedstrijd was het onmiddellijk raak voor de Franse coach. “Ik ben absoluut tevreden over die wedstrijden tegen Roeselare. Ook in de competitie konden we onze provinciegenoot kloppen en de manier waarop was ook goed. Natuurlijk weten we ook dat Roeselare nog niet het échte Roeselare was. De landskampioen zal nog beter worden en toont ook nu al een heel ander gezicht. Als het op niveau speelt, zal het zeker de favoriet voor de titel zijn.”
“Los daarvan konden we 8 keer winnen in de eerste matchen van het seizoen. De balans is dus zeker positief. Al is er zeker ruimte voor verbetering. Er moet meer stabiliteit komen. We willen niet te veel wegzakken in het spel, maar de kansen grijpen als die er zijn.”
Aan elkaar gewaagd
En daar komt de ervaring van libero als geroepen. “Het was één van mijn belangrijke kwaliteiten om de ploeg te organiseren. Nu heb ik meer ervaring en probeer ik het langs de zijlijn goed te zetten en leg ik vooral de focus op momenten dat we het zelf in handen hebben. Een makkelijke bal die we moeten scoren, moet tegen de grond. Een vermijdbare fout moeten we ook echt vermijden. Het zijn heel eenvoudige dingen die een groot verschil betekenen.”
“Ik zit er niets mee in dat we verliezen tegen een betere ploeg als wij ook alles hebben gedaan wat in onze mogelijkheden ligt. We stappen altijd op het veld om te willen winnen, maar als we realistisch zijn, beseffen we ook dat er moeilijkere wedstrijden zullen zijn waar dat helaas niet kan. Maar het is veel frustrerender als je alles in handen hebt en toch verliest. Om die frustratie tegen te gaan, hebben we dus nog wat werk voor de boeg.”
Met de Supercup, een goede start in de competitie en een halve finale in de Beker van België is de basis er om er een leuk seizoen van te maken. “Er zijn vooral heel wat ploegen die aan elkaar gewaagd zijn, waardoor er hier en daar onverwachts punten verloren worden. Je merkt ook de rangschikking dat het niveau dicht bij elkaar ligt. Dat maakt de competitie zeker aangenaam en spannend.”
Tekst: Vincent Libin