Nieuws

>

“Titelfinale wordt tactisch pokerspel”

“Titelfinale wordt tactisch pokerspel”

Algemeen

wo, 26 apr 2023

Roeselare en Maaseik, dat zijn opnieuw de twee ploegen die om de titel zullen strijden in de Lotto Volley League. Wij spraken met twee Belgen die een opvallend parcours kenden en aan weerszijden van het net stonden in de titelfinale van 2019. Dat was de laatste finale die Maaseik won én de laatste voor corona.

Voor Roeselare-icoon Stijn Dejonckheere was het tevens zijn allerlaatste wapenfeit voor de club van zijn hart. “Het was niet door de grote poort, maar ik ben wel blij dat ik die finale meemaakte.” Maaseik won na vijf wedstrijden, waarvan vier tiebreaks, waarbij geen enkele finalist het thuisvoordeel kon verzilveren.

“Natuurlijk wil je elke wedstrijd winnen, maar je wil ook strijd leveren. En die titelfinale had echt àlles. Ik speel liever zulke wedstrijden op het scherpst van de snee dan dat je op halve kracht aan het langste eind zou trekken. Wij waren de favoriet voor de titel en vatten de best-of-five ook aan met een thuisvoordeel. Toch lukte het net niet.”
Geen van beide ploegen kon in die reeks een thuiswedstrijd winnen. Kan dat ook dit jaar beslissend zijn? “Dat hangt wat af van speler tot speler. Sommige spelers voelen zich zo sterk in eigen zaal, dat ze soms misschien iets te zeker worden, waardoor ze fouten gaan maken. Ik denk niet dat het door de druk komt, integendeel. Als je een kloof kan maken in de zaal van je tegenstrever, ga je sneller met meer grinta spelen en neemt de motivatie zo ook toe. Het komt dus eerder door vertrouwen dan door druk.”
 
Ruggengraat
Net als in 2019 start Roeselare nu ook als de grootste kanshebber voor de buitenwereld: geen verlies in de reguliere competitie en ei zo na een Europees bekersucces. “Ik heb redelijk veel wedstrijden gezien en ik heb genoten van dit team. D’Hulst verdeelt en Kukartsev heerst. In 2012 startten we met deze ploeg en nog steeds staat het geraamte ervan overeind. Omdat Roeselare op die ruggengraat kan terugvallen, blijft het succesvol. Natuurlijk komt er stilaan een einde aan die hegemonie met spelers als Coolman, Verhanneman en D’Hulst die er toen al bij waren, maar ook geen tien jaar meer zullen spelen. Het wordt een serieuze uitdaging om de groep even kwalitatief te houden op langere termijn.”
De CEV Cup was een succes, maar ondanks zicht op een trofee strandden de West-Vlamingen met zilver. Dat kan wegen op een nieuwe titelstrijd. “Al denk ik dat een topsporter elke ervaring kan gebruiken in zijn voordeel. Door mentale bruggetjes te maken, kan je elke situatie positief maken. Net zoals de polemiek rond het duel tegen Maaseik, twee dagen na de finale, een extra motivatie bleek voor een goede prestatie.”
“Er moet wel voldoende besef zijn dat het geen walk-over wordt. Als Roeselareman, geef ik 51 % kans aan mijn ploeg, maar een finale blijft een finale. We zoeken niet naar de beste ploeg van het seizoen, maar de ploeg die het best is in de laatste twee weken. Als je die periode niet top bent, collectief of individueel, kan dat zuur opbreken. Want wees maar zeker dat Maaseik geen cadeaus zal uitdelen. Indien Roeselare het niveau haalt dat in Modena gehaald werd, wordt het wel moeilijk voor de Limburgers.”
 
Afkicken
Maaseik en Roeselare troffen elkaar eerder al 2 keer in de reguliere competitie, 2 keer in de halve finale van de Beker van België, 2 keer in de kwartfinale van de CEV Cup, 2 keer in de nacompetitie en nu dus nog 3 tot 5 keer in de finale. Het lijkt alsof ze elkaar dan wel door en door kennen. “Dat is zo. Maar door scouting kent iedereen elkaar altijd goed. Het kan wel een tactisch pokerspel worden. Elke wedstrijd leer je iets nieuws en probeer je nieuwe dingen uit. Die kleine zaken leveren soms slechts enkele punten per set op, maar die maken wel het verschil als er veel evenwicht is. Trainer Steven Vanmedegael zal blijven zoeken naar patronen en oplossingen in elk duel. Op en naast het veld zal er alles aan gedaan worden om een nieuwe titel te pakken.”
“Ik herinner me een titelfinale tegen Maaseik met Emile Rousseaux waarin hij een bepaald patroon ontdekte dat we konden uitbuiten. Omdat Maaseik dit niet onder controle kreeg, konden we dezelfde rotatie blijven viseren met een heel concrete opdracht. Dat kunststukje leverde ons uiteindelijk het kampioenschap op.”
Na de finale in 2019 stopte Dejonckheere met volleybal op het hoogste niveau. “Sinds kort helemaal zelfs omdat mijn lichaam niet meer meewil. Het is een verslaving waarvan je moet afkicken. Ik zit nog in de ontkenningsfase, maar blijf wel op de achtergrond meedraaien. Elke match pikt het minder hard dat ik niet tussen de lijnen sta. Maar bij zo’n Europese finale doet het weer iets meer pijn en zou ik liever gespeeld hebben. Wie niet, hè? Och, ik ben tevreden met mijn carrière en wat ik eruit haalde. Ik blijf de club helpen waar ik kan en hoop vooral dat het volleybal uiteindelijk wint.”

Tekst: Vincent Libin
Foto: Bart Vandenbroucke