“Om te beginnen is het essentieel om te weten dat er niet één dimensie in het leiderschap is,” verduidelijkt gewoon hoogleraar Boen. “We onderscheiden vier belangrijke soorten binnen de sport. Daarbij is het goed te weten dat die vier soorten zelden binnen één persoon terug te vinden zijn.”
“Een eerste soort is de taakleider, die je moet zien als het tactisch verlengstuk van de coach. Daarnaast is er een motivationeel leider die de spelers op elk moment motiveert. Vervolgens is er een sociaal leider, die op en naast het veld een aanspreekpunt is. Tot slot hebben we een extern leider die de communicatie verzorgt tussen het team en coach, bestuur, fans en eventueel pers.”
Heel veel uiteenlopende rollen, terwijl er op het veld slechts één kapitein rondloopt. “Wij gaan uit van een hybride systeem, waarbij ook de kapitein een plaats heeft. Dat is de formele leider van de ploeg, maar het is een illusie om te denken dat elke kapitein al deze rollen vervult. Sterker nog, wij pleiten voor een leiderschapsteam dat deze rollen samen opneemt. We doen navraag bij de spelers zelf om te zien wie zij in elke rol zien om zo tot een groep van 6 à 8 spelers te komen om deze functies in te vullen. Per soort plaatsen we liefst twee personen, zodat ze samen kunnen overleggen en eventuele blessures of afwezigheden op te vangen.”
“Stel je dan nog voor is dat er één speler is die al deze rollen perfect kan uitvoeren. Een goed voorbeeld daarvan is Vincent Kompany. Dan ben je afhankelijk van één persoon die geblesseerd kan uitvallen. En dat gebeurde wel eens in het geval van Kompany. Daarom is het veel sterker om een gedragen poule uit te bouwen.”
Niet te veel leiders
Maar lukt dat wel in elke ploeg? “Ons onderzoek toonde aan dat er geen verschil was tussen verschillende sporten, geslachten of zelfs niveaus. Het was wel zo dat de externe rol veel minder prominent werd opgenomen op lagere niveaus. Maar op zich is er dus geen verschil.”
“Elke rol kan binnen elke ploeg ingevuld worden. Dat staat natuurlijk niet altijd gelijk aan kwalitatief invullen. Maar we zijn ervan overtuigd dat er meer mogelijkheden in een team zijn dan men eerst zou denken. Als je gekozen wordt als leider binnen een bepaalde rol, leidt dat soms tot nieuwe inzichten. Zo was er een vrouw die begon te huilen toen ze door het team werd voorgedragen als sociale leider. Zij had zichzelf nooit als een leider gezien, maar plots bepaalde de groep dat zij de persoon was waarbij je altijd terecht kon.”
“Daarnaast is het zo dat je beter kan worden in een bepaalde soort leiderschap. Bewustwording is daarbij een eerste factor. Als je weet wat van je verwacht wordt, kan je daar expliciet op letten. Een tweede factor is coaching. Je kan perfect gevormd worden om beter te leiden. Daarom is het nodig om hiermee te beginnen van bij de jeugd.”
Veel ploegen zetten een leider vaak op het verlanglijstje als er nieuwe spelers gezocht worden. “Dat is geen goed idee, want zo kom je vaak terecht bij een prototype. We zien leiders nog te vaak als de beste speler, de oudste of meest ervaren speler of iemand die een beetje van alles heeft. Het is beter om in te zetten op het vormen van je hele team. En nog liefst op een dynamische manier. Want na een half jaar kunnen de verhoudingen gewijzigd zijn en staan er misschien andere mensen op. Belangrijk blijft dat dit gedragen wordt door het hele team. De coach heeft natuurlijk het laatste woord, maar het gebeurt wel in samenspraak.”
“Soms klinkt het dat er te veel leiders in een ploeg zitten, maar op zich is dat alleen zo als ze conflicterende informatie geven. Als je op voorhand benoemt wie de leiders zijn en ze in onderling overleg, samen met de coach, laat beslissen wat de boodschap is, blokkeert dit het team niet.”
Ook buiten de sport
Leiders zijn er natuurlijk niet alleen binnen de lijnen of de sport. Kunnen we dit verhaal dan gewoon doortrekken naar andere facetten van de samenleving? “We startten met ons onderzoek binnen de sport, maar breidden dit achteraf ook uit naar organisaties. Daar zit het wel vaak net iets complexer. Maar de essentie is dezelfde: de formele leider kan niet alle rollen even goed uitvoeren.”
“Kijk naar schooldirecteurs. Daarvan wordt uitgegaan dat ze de vier rollen vervullen, maar tegelijkertijd bijvoorbeeld eveneens logistiek werk opknappen, zoals de wc’s ontstoppen. Er wordt gewoon te veel verwacht van één persoon. Dat terwijl de maatschappelijke realiteit steeds ingewikkelder wordt. En we ook altijd maar kritischer worden voor onze leiders. Daarom is het overal belangrijk om na te denken over hoe we dat leiderschap invullen.”
Meer informatie over het onderzoek vind je via www.leadinginsights.be