Nieuws

>

De mannen achter de stem

De mannen achter de stem

Algemeen

ma, 4 dec 2023

Ontmoet de mannen achter de stem van het Belgische volleybal. Marc Willems en Geert Heremans delen hun passie voor de sport en bespreken de uitdagingen en ontwikkelingen in de Belgische competitie.

Marc Willems: “Ik was altijd al supporter van het nationale team”

 

De stem van Marc Willems is de volleyballiefhebber niet vreemd. Jarenlang zorgde hij voor houvast bij de volleybalwedstrijden die Sporza uitzond tot hij in de zomer met pensioen ging. Of dan toch aan de Reyerslaan, want de Lotto Volley League wordt nog steeds door zijn stem opgeluisterd.

 

“Sinds de zomer volg ik de sportwereld iets minder in de breedte,” vertelt Marc Willems. “Vroeger maakte ik voor het journaal soms items over voetbal of wielrennen, maar nu pik ik er specifiekere sporten uit. Ik kijk nog wel veel naar sport, maar vooral volleybal en atletiek volg ik op de voet. Dat zijn dan ook de sporten waar ik beroepshalve de meeste energie in heb gestoken.”

 

“Deze zomer woonde ik ook het EK van de Red Dragons in Italië bij. Dat was anders dan mijn periode bij VRT, want toen ging ik naar elke training om toch een item te hebben. De wedstrijden beleef ik niet echt op een andere manier. Ik was altijd al supporter van het nationale team en mijn analytische bril kan ik ook niet snel afzetten.”

 

Al bijna 25 jaar volgt Marc Willems het volleybal op de voet. “In de Belgische competitie zijn de hegemonie van Maaseik en Roeselare een constante. Af en toe steekt een andere ploeg wel eens de neus aan het venster, maar dat blijft nooit lang duren. Nu ik alleen het volleybal te volgen heb, zie ik meer matchen en het valt me op dat er dit jaar meer verrassingen zijn dan de voorbije seizoenen; het wordt leuk om te zien wie er uiteindelijk in de top zes eindigt. Hopelijk blijft het lang spannend.”

 

“Er zijn de laatste jaren wel aardig wat stappen gezet. Vooral qua infrastructuur zie je grote verschillen: Menen bouwt aan een nieuwe zaal en Haasrode Leuven wijkt nu ook uit naar de Sportoase. Daar werd jarenlang op gehamerd en dat is toch een belangrijke evolutie voor de sport. Rome is niet op één dag gebouwd en er zijn nog stappen te zetten, maar het geld ligt niet voor het rapen natuurlijk. Omdat de ploegen een stabielere toekomst op het hoogste niveau willen, wordt het ook moeilijker voor de ploegen van de lagere reeksen om te stijgen naar de liga. Het zou alleszins eleganter zijn om te evolueren naar een reeks van 10 ploegen en op termijn graag ook terug met strijd onderin waarin de laatste kan degraderen. Dat geeft toch een meerwaarde aan een competitie.”

 

Rata

 

Ook al wordt de reeks professioneler, de kloof met de echte toplanden is ook gegroeid. “Vroeger haalde de Belgische top nog wel eens een echte topper genre Schuil, Contreras, Hardy… Dat kan nu niet meer. Vroeger waren er meer basisspelers van buitenlandse nationale ploegen, die trekken nu eerder naar Italië, Turkije of Polen.”

 

“Dat wil niet zeggen dat er geen toppers meer spelen in ons land, maar het is echt wel geen evidentie om iemand te halen die een meerwaarde is voor de competitie. Als dat wel lukt, mag dat wel extra in de verf gezet worden. Vorig jaar hadden we met Kukartsev en Reggers twee topaanvallers in de reeks. Die laatste dicht ik een grote carrière toe. Ook Protopsaltis was een speler waarvoor je naar de zaal ging. Maar zij zijn alle drie vertrokken. Nu is de Roemeen Rata iemand die me al wel in het oog sprong dit seizoen; dan vooral als een toptransfer voor Achel. Maar als hij zo goed blijft spelen, trekt hij volgend seizoen ook weg uit onze competitie. Gewoon omdat er meer geld te rapen valt in de topcompetities. Dat is de realiteit.”

 

“Het seizoen is natuurlijk nog jong. De Mexicaanse opposite van Roeselare kon door een blessure nog niet spelen, de nieuwe spelers van Maaseik moeten nog ingepast worden en er zijn ook wel enkele spelers die nog stappen kunnen zetten, zoals Simon Plaskie.”

 

Vorig jaar was er een fantastische Europese campagne voor Roeselare, maar dat huzarenstukje herhalen, zit er waarschijnlijk niet in. “Ik denk dat de West-Vlaamse nuchterheid dat wel beseft. Het is echt helemaal geen schande als dat de komende jaren niet herhaald wordt. Ik schat de ploeg dit jaar ook iets minder sterk in, wat ook logisch is na het vertrek van enkele sterkhouders. Ik had het voorrecht om aanwezig te zijn in Piacenza en Modena en dat was alleszins een fantastische ervaring.”

 

Geert Heremans: “Volleybal met paplepel ingegeven”

 

De nieuwe volleybalstem van Sporza is die van Geert Heremans. Hij nam de fakkel over van Marc Willems, maar is niet aan zijn proefstuk toe.

De Europese kampioenschappen van de Red Dragons en Yellow Tigers waren de eerste wedstrijden die een nieuwe commentaarstem kregen. Maar wie volleybal ademt, had de stem van Geert Heremans al eerder gehoord. “Toen ik nog bij VTM werkte, stond ik in voor de volleybalverslaggeving. Tussen 1998 en 2005 volgde ik onder meer de Champions Leaguecampagnes van Roeselare en Maaseik, maar ook de volleybalitems voor Het Nieuws kwamen op mijn bord.”

 

“Ik ben afkomstig uit Lennik en was goed bevriend met Jo Baetens. Dan krijg je het volleybal er met de paplepel ingegeven. Ik heb Lennik groot zien worden, maar heb ook de ondergang meegemaakt.”

Daarna begon Heremans aan een nieuw hoofdstuk bij de VRT. “Sinds 2007 ruilde ik Vilvoorde voor Brussel en dat was de eerste jaren zonder veel volleybal. In 2017 werd ik radioverslaggever en kwam volleybal terug op mijn pad. Zo’n tiental wedstrijden per jaar worden live gecoverd op Radio 1, maar nu volg ik alles natuurlijk nog intenser.”

 

“Uiteindelijk was het een logische stap om Marc op te volgen. Op de Olympische Spelen in 2021 mocht ik ook al enkele volleybalwedstrijden op televisie becommentariëren. Ik deed dat vanuit Brussel, terwijl Marc in Japan was voor onder meer atletiek.”

 

Het EK van de Yellow Tigers was in eigen land en dat kon op locatie gevolgd worden, maar naar Italië – voor het EK van de Red Dragons – mocht niet worden afgereisd. “Het modewoord op de VRT is besparingen. Dat is een jammere evolutie, waardoor de matchen vanuit Brussel van commentaar voorzien worden. Voor elk toernooi of voor elke match wordt nagekeken of het haalbaar is voor de zender. Dat gebeurt zo voor elke sport trouwens. Dat is bijvoorbeeld de reden waarom het olympisch kwalificatietoernooi de buis niet haalde. Het was gewoon te duur en werd op een onmenselijk uur uitgezonden. Mocht de slotmatch iets later gespeeld worden, zouden we nog iets geprobeerd hebben. Maar nu was de wedstrijd al om 4 uur in de ochtend.”

 

Sfeer scheppen

 

Commentaar leveren via radio of televisie lijkt toch iets heel anders. “Verslaggeving op de radio vind ik moeilijker. Je mag geen stiltes laten vallen. Terwijl je op televisie eerder begeleidt en wat technischer kan gaan, dankzij een kundige co-commentator. Al vind ik het wel leuk om een sfeer te scheppen via de radio. Je kan de luisteraar meenemen in je verhaal en dat heeft toch iets speciaals.”

 

Geert Heremans heeft genoten van zijn eerste toernooien in zijn nieuwe functie en daarbij vielen enkele spelers op. “Ferre Reggers is zo iemand die serieuze stappen heeft gezet. In de competitie vond ik hem soms nog wat wisselvallig, maar op het EK is hij echt gegroeid. En Italië zie ik hem nog verder ontwikkelen. Ook Martin Perin sprong in het oog; echt een fantastische libero. Wout D’Heer toonde flarden van zijn klasse en Stijn D’Hulst is natuurlijk een echte topper. Het ziet er dus goed uit, omdat de kern eerder jong is. Alleen op de plaats van D’Hulst staat er niet direct een jongere klaar om hem te vervangen.”

 

“Het is ook D’Hulst die Roeselare zo veel beter maakt. Dat is ook het grote verschil met Maaseik: de spelverdeling. Daarom zie ik Roeselare ook weeral als de uitgesproken titelkandidaat. Simon Plaskie startte ook heel goed en is een toegevoegde waarde voor de kampioen. Er zal wel tegengas komen van Leuven en Maaseik, maar op het eind lijkt de Roeselaarse ervaring in wedstrijdsituaties de doorslag te geven.”

 

Bij de vrouwen lijkt Asterix de uitgesproken titelfavoriet. “Dat is een bak vol talent, maar in tegenstelling tot Roeselare zonder ervaring. Er wordt wel eens gezegd dat het voor de spankracht beter zou zijn als de talenten van de volleybalschool zich over verschillende ploegen zouden verspreiden, maar daar ben ik het niet mee eens. Voor hun ontwikkeling is het beter dat ze elkaar beter kunnen maken en dus best samen spelen. Het enige probleem is dat de meisjes wat lengte missen en dat is toch een belangrijk onderdeel om internationaal te scoren in het volleybal.”

 

Tekst: Vincent Libin